Op Prinsjesdag 2024 heeft het kabinet belangrijke wijzigingen aangekondigd die van start gaan in 2025. Deze veranderingen hebben invloed op zowel werkgevers als werknemers, vooral door aanpassingen in de premiepercentages voor sociale verzekeringen en het afschaffen van bepaalde tegemoetkomingen zoals het lage-inkomensvoordeel (LIV).
De nieuwe premiepercentages voor sociale verzekeringen zijn bekendgemaakt in de begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) 2025:
AWf-premie (Algemeen werkloosheidsfonds): De premie voor vaste dienstverbanden stijgt naar 2,74% en voor flexibele dienstverbanden naar 7,74%. Deze verhoging komt een jaar eerder dan gepland en is bedoeld om de financiering van WW-uitkeringen te waarborgen.
Aof-premie (Arbeidsongeschiktheidsfonds): Voor kleine werkgevers (werkgevers met een totale loonsom tot 25 keer het gemiddelde jaarloon in Nederland) is de premie vastgesteld op 6,35%, en voor grote werkgevers stijgt deze naar 7,58%. Deze premies dekken de kosten van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en zullen hogere loonkosten voor werkgevers betekenen.
AOW-premie (Algemene ouderdomswet): Deze premie blijft in 2025 ongewijzigd op 17,9%. Ondanks deze stabiele premieopbrengsten zijn aanvullende rijksbijdragen nodig om het Ouderdomsfonds te ondersteunen.
Anw-premie (Algemene nabestaandenwet): Ook de Anw-premie blijft ongewijzigd op 0,1%.
Whk-premie (Werkhervattingskas):
De Whk-premie, die de kosten dekt van gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) en ziektewetuitkeringen (ZW), stijgt naar een gemiddeld percentage van 1,33% in 2025. Dit is een landelijk vastgesteld percentage, dat wordt gebruikt om de individuele premiecomponenten voor WGA- en Ziektewetlasten te berekenen. Voor de WGA stijgt het gemiddelde percentage van 0,77% naar 0,83%, en voor de Ziektewet van 0,45% naar 0,50%.
Deze verhogingen zijn bedoeld om de stabiliteit van de sociale zekerheidsfondsen te garanderen, maar leiden onvermijdelijk tot hogere loonkosten voor werkgevers.
Verval van het lage-inkomensvoordeel (LIV)
Het lage-inkomensvoordeel (LIV) wordt per 1 januari 2025 afgeschaft. Dit betekent dat werkgevers die werknemers met een laag inkomen in dienst hadden, niet langer aanspraak kunnen maken op deze financiële compensatie. De vrijgekomen middelen worden onder andere gebruikt om het loonkostenvoordeel voor de doelgroep banenafspraak structureel te maken.
Directe gevolgen voor werkgevers en werknemers
De aangekondigde wijzigingen zullen verschillende gevolgen hebben:
Hogere loonkosten voor werkgevers: Door de stijgende premies voor sociale verzekeringen zullen de totale loonkosten in 2025 toenemen, wat bedrijven kan dwingen hun kosten door te berekenen aan klanten of andere maatregelen te nemen om de uitgaven te beperken.
Minder financiële steun voor lage-inkomensbanen: Het vervallen van het LIV zorgt voor een verlies aan stimulansen voor het in dienst houden van werknemers met lage inkomens.
Behouden van sociale voorzieningen: De verhoging van de premies is bedoeld om de continuïteit van sociale zekerheidsfondsen te waarborgen, zodat uitkeringen en voorzieningen voor werklozen, ouderen en arbeidsongeschikten behouden kunnen blijven.
De wijzigingen die in 2025 van kracht worden, zullen een impact hebben op werkgevers door stijgende kosten en het wegvallen van tegemoetkomingen zoals het LIV. SubAdvies helpt de impact te minimaliseren door werkgevers inzicht te bieden in hun kosten en hun te ondersteunen bij het benutten van beschikbare subsidies en loonkostenvoordelen. Met slimme koppelingen aan payrollsoftware voert SubAdvies controles uit en biedt proactief advies, zodat werkgevers nooit te veel betalen. Meer weten? Neem gerust contact op.
Bron: Rijksoverheid , Salarisvanmorgen
