rechtspraak-UWV-verandering

9 maart 2022

Nieuwe lente, nieuwe Rechtspraak met meer kans om je recht te krijgen?

Iedere werkgever krijgt met de Bestuursorganen: Belastingdienst én UWV te maken. Het zijn absoluut noodzakelijke instellingen maar: efficiënt, duidelijk en/of transparant? Nou, niet altijd. Wel handelen en beslissen ze vaak vanuit een visie die voor hun het makkelijkst werkt en waarvan ze weten dat 90% van hun “klanten”, zoals ze dat noemen, de beslissingen toch wel accepteren.

Dit omdat werkgevers en werknemers vaak denken dat het “zo wel zal zijn als Belastingdienst of UWV dat zeggen” en er toch niets tegen te doen is en/of dat ze geen geld en tijd hebben om beslissingen aan te vechten.
Of men is bang voor wat iemand te wachten staat bij een rechter, kortom: niemand procedeert voor zijn lol en liefst helemaal niet. Maar als men dat dan toch doet, blijkt dat rechters in Nederland toch vaak in het voordeel van de Belastingdienst of UWV beslissen. Zij gaan uit van een degelijke en betrouwbare rol van die diensten. Nu hebben we gezien bij de toeslagen affaire dat dat niet altijd het geval is.

Als gevolg daarvan zijn rechters eens kritisch naar zichzelf gaan kijken. Er is ook door een internationale commissie (van Venetië) naar het Nederlandse rechtssysteem gekeken.
De conclusies waren niet mals: de lagere rechters die vaak als eersten iets fout zien gaan, beslissen toch vaak veilig (in de zin van bestuursorgaan gelijk geven), omdat de hogere rechters nu eenmaal een bepaalde lijn hebben uitgezet waar zij niet van durven af te wijken. Er wordt te streng gekeken naar regels en minder naar redelijkheid (“de menselijke maat”).

Praktische problemen

In praktijk kwam het er vaak op neer, zeker vanuit de beleving van de werkgever of werknemer die tegen UWV procedeerde, dat het UWV iets stelt en dan moet jij het tegendeel maar bewijzen. Dat levert een aantal praktische problemen op waarbij jij als werkgever of werknemer altijd in het nadeel bent. Ik geef een aantal voorbeelden:

 

  • Hoe kan jij als werkgever bewijzen dat je werknemer niet ziek is? Je mag immers niets van hem weten.
  • Hoe kan jij als werkgever bewijzen dat je flex-werknemer al ziek was toen hij bij jou in dienst kwam? En nu meldt hij zich bij jou ziek en zegt het UWV dat jij de Ziektewet moet gaan betalen terwijl hij eigenlijk elders ziek werd of was en die ziekteperiode doorloopt en jij niet verantwoordelijk bent voor de ziekmelding bij jou.
  • Loonsancties, zeker nu het UWV te laat mensen keurt die al 2 jaar ziek zijn. Bij een loonsanctie vallen die mensen niet onder hun achterstand, dat is in hun voordeel. Hoezeer je van alles gedaan hebt in de 2 ziektejaren, welke trajecten dan ook, het UWV vindt altijd wel iets wat je niet goed gedaan hebt. En de verzekeringsarts van het UWV die jouw werknemer maximaal 1 uur heeft gezien (of zelfs alleen gesproken) weet het altijd beter dan de bedrijfsarts die die werknemer wél 2 jaar lang heeft meegemaakt. Tóch moet je dan een derde jaar het loon doorbetalen.
  • Het UWV geeft sinds 2 jaar voorschotten aan mensen die 104 weken ziek zijn maar die dan niet op tijd voor de WIA gekeurd kunnen worden door het UWV. Dát is op zichzelf prima, want de werknemer mag zeker niet de dupe worden van het UWV probleem. Maar het UWV noemt dat voorschot dan een WGA-uitkering en dan wordt dat verhaald op de werkgever. Terwijl de WIA keuring in meer dan de helft van de gevallen niet tot een WGA uitkering leidt. De WGA is de arbeidsongeschiktheidsuitkering waar de werkgever (max) 10 jaar voor moet betalen.
    Het UWV heeft in al die gevallen geen enkel onderzoek naar de medische toestand van de werknemer gedaan. Dit betekent dat er geen indicatie is dat er een WGA zou spelen. Zoals gezegd, zelfs in praktijk is dat in meer dan helft van de gevallen dan ook onterecht.
    De rechtbank Roermond heeft het UWV dan ook ongelijk gegeven in deze handelswijze maar het UWV gaat hier gewoon mee door.

En bij al deze zaken denk je dan: hoe kan het UWV hiermee weg komen? Maar het gebeurt (te) vaak.

Hoopvolle uitspraken

Nu zijn er heel recent (laatste week februari) toch wat rechterlijke uitspraken waaruit het lijkt (dat is althans de hoop) dat rechters toch meer oog gaan krijgen voor die redelijkheid en zich meer actief gaan bemoeien met de inhoud van een zaak. En vooral: dat ze meer eisen van het UWV qua bewijs van hun stellingen en dat ze het UWV ook mede verantwoordelijk vinden voor het ontstaan van terugvorderingen die juist zijn ontstaan omdat het UWV niet reageerde op bepaalde signalen of zijn taak niet goed uitvoerde.

Te late herbeoordeling  

In de eerste zaak had het UWV iemand in 2017 opnieuw moeten beoordelen maar deed dat ook toen al niet. Pas in 2020 gebeurde dat en toen bleek dat die persoon al sinds 2017 teveel uitkering had ontvangen. UWV is nooit de beroerdste en vorderde alle jaren met terugwerkende kracht terug. Zie nu voor de liefhebber: De Uitspraak.
De rechtbank zegt hier:

nu de omvang van het bedrag dat wordt teruggevorderd met het bestreden besluit is vastgesteld, behoort daartoe ook een onderzoek naar de mogelijk ontstane ernstige financiële problemen”

Nog mooier is dat de rechtbank hier oordeelt: Ok, er is een wettelijke terugvorderingsplicht voor het UWV

maar in dit geval moet dat echter niet leiden tot het meest vergaande gevolg van een gehele terugvordering nu vaststaat dat sprake is van een vertraging in de besluitvorming in de risicosfeer van verweerder en het afwentelen van het onvermogen tijdig te beslissen ertoe kan leiden dat eiseres in mogelijk ernstige financiële problemen kan raken. Te meer omdat door het niet voortvarend beslissen het terug te vorderen bedrag (nog) hoger is geworden en gebruteerd.

 

Naar het de rechtbank voorkomt, is het consequent hanteren van de verplichting tot terugvordering in het specifieke geval van eiseres dermate onevenredig hard en zijn er geen goede redenen om vast te houden aan die toepassing. De rechtbank houdt bij dit oordeel rekening met de recente ontwikkelingen in de rechtspraak dat toepassing van wetgeving ook evenredig dient te zijn”.

Oftewel, waar vroeger het UWV altijd gelijk kreeg want in de wet staat nu eenmaal dat het UWV moét terugvorderen, ook al is het UWV’s fout, zegt de rechter nu dat daarbij toch eerst moet worden gekeken naar alle omstandigheden en als het UWV zelf de oorzaak van deze ellende is, dan kan zij niet alles terugvorderen bij het slachtoffer.

Fout bedrijfsarts: risico werkgever?

Een paar dagen later kwam een andere rechtbank met deze uitspraak.
Hier kreeg de werkgever een loonsanctie waarbij het UWV de standaard formulering hanteerde dat een fout van de bedrijfsarts over inschatting arbeidsongeschiktheid altijd toch voor rekening van de werkgever komt. En hier was de verzekeringsarts van het UWV natuurlijk weer de alwetende arts die het na 1 gesprek wel beter wist dan de bedrijfsarts. Tot nu toe won het UWV zo’n zaak met 2 vingers in de neus, maar deze rechtbank ziet het nu opeens toch scherper.

Over de mening van het UWV dat een fout van de bedrijfsarts een risico voor de werkgever is, nuanceert de rechtbank hier de rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (dat is echt dapper) die inhoudt dat afgaan op een advies van een bedrijfsarts voor rekening en risico komt van de werkgever, mocht dit advies onjuist blijken te zijn. 

De rechtbank oordeelt:

In die rechtspraak lijkt er geen ruimte te zijn voor de situatie dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd te twijfelen aan het advies van de bedrijfsarts. De rechtbank is op basis van artikel 65 van de Wet WIA van oordeel dat die ruimte er bij het opleggen van loonsancties die een (zeer) belastend karakter hebben, wel behoort te zijn.

 

De norm dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd het advies van de bedrijfsarts in twijfel te trekken, is enigszins vergelijkbaar met de norm die de overheid voor zichzelf heeft neergelegd in artikel 3:9 van de Algemene wet bestuursrecht. Daarin is bepaald dat als een besluit berust op een onderzoek naar feiten en gedragingen dat door een adviseur is verricht, het bestuursorgaan zich ervan dient te vergewissen dat dit onderzoek op zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden. Met een dergelijke benadering in loonsanctiezaken wordt meer recht gedaan aan het bepaalde in artikel 65 van de Wet WIA.”

En over de visie van de verzekeringsarts:

Het UWV heeft niet op inzichtelijke wijze toegelicht of en waarom de bedrijfsarts op basis van de destijds, in de periode van 104 weken na de eerste ziektedag aanwezige context, niet redelijk heeft geoordeeld en gehandeld. Niet gebleken is dat het UWV bij zijn beoordeling achteraf rekening heeft gehouden met het perspectief van de bedrijfsarts gedurende de relevante periode, waarin de werknemer bij voortduring onder behandeling was en er werd gezocht naar de oorzaak van zijn klachten.

 

Achteraf kan weliswaar geoordeeld worden dat er geen organische oorzaak is voor de klachten, maar dat was ten tijde van belang nog niet duidelijk. Ook is niet gebleken dat de verzekeringsartsen de in de Werkwijze poortwachter genoemde aandachtspuntenlijst in ogenschouw hebben genomen. Volgens die lijst is onder meer van belang of de werknemer werd behandeld en is verwezen. De verzekeringsartsen zijn op de vanaf pagina 107 van het dossier (betreffende de bijlagen bij het rapport van Best Doctors) vermelde behandelingen en hun betekenis, onvoldoende ingegaan. Dit roept twijfel op aan het standpunt van de verzekeringsartsen van het UWV.”

Kort samengevat: waarom mag een werkgever niet vertrouwen op een deugdelijk advies en de UWV arts mag zich er niet zo makkelijk van af maken. En nu zult u zeggen: maar dat is toch normaal, dat hoort een rechter toch ook zo te beoordelen en ja, dat is zo, maar dat gebeurde eigenlijk zelden tot nooit.

Tijd voor verandering

De bezwaarprocedure, waarbij je eerst in bezwaar moest gaan bij het bestuursorgaan zélf, werd ooit (jaren 90 vorige eeuw) ingevoerd om rechters te ontzien en het bestuursorgaan intern te verbeteren. De gedachte was dat juristen van het bestuursorgaan de beslissing van hun collega’s van de uitvoeringsafdelingen kritisch zouden beoordelen op juridische juistheid. Die collega’s zouden daarvan dan kunnen leren en betere beslissingen afgeven. Maar in de praktijk werd er toch niet altijd kritisch gekeken en waarom zou men ook? Als je altijd op manier a wint bij de rechter (omdat de klager het tegendeel toch niet kon bewijzen) waarom zou je dan veranderen? 

Dát kan nu na de toeslagenaffaire wel eens gaan veranderen en dan komt eindelijk de intentie van de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) tot zijn recht. Het UWV zal dan intern bij bezwaar echt moeten kijken naar de beginselen zoals redelijkheid en billijkheid en evenredigheid. Dat is nieuw voor ze. Maar als dat goed wordt uitgevoerd, dan wordt de kwaliteit en daarmee het draagvlak en de naam van UWV een stuk beter. En worden rechters echt ontlast.

En dan wordt de gang naar een rechter ook meer hoopgevend.

Met dank aan: Lex van den Heuvel

Blijf op de hoogte! Schrijf je in voor de SubAdvies update.

Contact

Ontdek ons en neem contact met ons op. Wij vertellen jouw collega’s graag wat SubAdvies voor jullie organisatie kan betekenen.

Support en Advies
Ons team staat voor je klaar!

info@subadvies.nl
050 211 1908

SubAdvies - Wij combineren data, IT & kennis om waarde te creëren voor organisaties binnen de Sociale Zekerheid.
x  Powerful Protection for WordPress, from Shield Security
This Site Is Protected By
ShieldPRO