De Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) stelt regels en verplichtingen vast voor werkgevers en werknemers om een veilige en gezonde werkomgeving te garanderen. De wet geldt voor alle plekken waar arbeid wordt verricht en is van toepassing op een breed scala aan werkenden, waaronder:
Een belangrijk kenmerk van de Arbowet is dat het een kaderwet is. Dit betekent dat de wet algemene regels geeft, maar geen gedetailleerde voorschriften over specifieke risico’s. De concrete uitwerking hiervan is te vinden in:
Werkgevers en werknemers zijn samen verantwoordelijk voor het verbeteren van arbeidsomstandigheden.
Een goed arbobeleid is essentieel voor gezond en veilig werken. De volgende onderdelen zijn cruciaal voor het naleven van de Arbowet:
Werkgevers zijn verplicht een RI&E op te stellen. Hierin worden de risico’s voor werknemers geïnventariseerd en geanalyseerd. Daarnaast moet een plan van aanpak worden opgenomen om deze risico’s te verminderen of te beheersen.
Werkgevers moeten een duidelijk beleid hebben om ziekteverzuim te beheersen en te verminderen. Dit omvat:
Bedrijven moeten voldoende opgeleide bedrijfshulpverleners (BHV’ers) hebben. BHV’ers zijn verantwoordelijk voor:
Elke organisatie moet minimaal één preventiemedewerker hebben die:
Werkgevers moeten hun werknemers de mogelijkheid bieden om deel te nemen aan een PAGO. Dit onderzoek helpt om gezondheidsproblemen vroegtijdig te signaleren en aan te pakken.
De Nederlandse Arbeidsinspectie ziet toe op naleving van de Arbowet. Werkgevers en werknemers die zich niet aan de wet houden, kunnen te maken krijgen met:
De Arbeidsinspectie controleert ook actief op de aanwezigheid van een RI&E en de naleving van andere verplichte maatregelen uit de Arbowet.
Belang van naleving van de Arbowet
Het naleven van de Arbowet draagt bij aan: