Bevallingsverlof

Bevallingsverlof, of wel zwangerschaps- en bevallingsverlof is een verlofregeling op het gebied van arbeid en zorg.

Zwangere vrouwen die werken of een uitkering krijgen, hebben recht op bevallingsverlof en/of een bevallingsuitkering. De periode voor de bevalling wordt ‘zwangerschapsverlof’ genoemd en de periode daarna betreft ‘bevallingsverlof’. Een zwangere vrouw heeft recht op 6 weken zwangerschapsverlof en minstens 10 weken bevallingsverlof. In totaal is er dus recht op minstens 16 weken verlof. Een gedeelte hiervan mag gespreid worden opgenomen.

Zwangerschapsverlof

Het zwangerschapsverlof duurt tot en met de dag van de bevalling. Het mag gedeeltelijk zelf worden bepaald wanneer het verlof van start gaat. De zwangere vrouw heeft vanaf zes weken voor de uitgerekende bevallingsdatum recht op zwangerschapsverlof. Echter, het is verplicht om vanaf vier weken voor de uitgerekende bevallingsdatum het verlof te laten beginnen.
Wanneer er minder dan zes weken zwangerschapsverlof wordt opgenomen, wordt dit opgeteld bij het bevallingsverlof. Bijvoorbeeld: een zwangere vrouw neemt vier weken voor de dag van de uitgerekende datum verlof, dan worden er twee weken bij het bevallingsverlof opgeteld. Dit betekent dat de zwangere vrouw recht heeft op 12 weken bevallingsverlof.

Bevallingsverlof

Het bevallingsverlof gaat in op de dag na de bevalling. Het bevallingsverlof duurt minimaal 10 weken. Wanneer de baby eerder of later dan de uitgerekende bevallingsdatum wordt geboren, wordt het bevallingsverlof daardoor niet korter.

Wanneer een zwangere vrouw vijf weken zwangerschapsverlof opneemt, betekent dit dat er recht is op 11 weken bevallingsverlof. Wanneer de baby twee weken later dan de uitgerekende bevallingsdatum wordt geboren, betekent dit dat de 11 weken bevallingsverlof pas ná de bevalling ingaan. De zwangere vrouw heeft in deze situatie in totaal recht heeft op 18 weken bevallingsverlof.
In het geval wanneer een baby te vroeg wordt geboren, worden de dagen dat het zwangerschapsverlof korter duurde dan zes weken, opgeteld bij het bevallingsverlof. Hierdoor is de totale verlofperiode altijd 16 weken.

Zwangerschapsverlof bij uitkering

Wanneer een zwangere vrouw een WW-, ziektewet– of loongerelateerde WGA-uitkering van het UWV ontvangt, heeft zij ook recht op zwangerschapsverlof. Ook in dit geval gaat het verlof in tussen zes en vier weken voor de dag na uw uitgerekende bevallingsdatum. De zwangere vrouw mag zelf bepalen op welke dag het verlof in gaat.

Bevallingsverlof in delen opnemen

Sinds 2015 kan de laatste periode van het bevallingsverlof in delen worden opgenomen. Het gaat om het verlof dat overblijft na zes weken na de datum van de bevalling. Dit gedeelte kan, in overleg met de werkgever, gespreid opgenomen worden over een periode van maximaal 30 weken.

Er zijn acht verlofregelingen op het gebied van arbeid en zorg:
Ouderschapsverlof
Pleegzorg– en adoptieverlof
Zwangerschaps– en bevallingsverlof
Kraamverlof
Calamiteiten– en kortverzuimverlof
Langdurend zorgverlof
Kortdurend zorgverlof
Meerlingenverlof

x  Powerful Protection for WordPress, from Shield Security
This Site Is Protected By
ShieldPRO