Cultuursubsidies zijn financiële bijdragen die bedoeld zijn om verschillende culturele instellingen en projecten te ondersteunen. Deze subsidies worden verstrekt door de Minister van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap (OCW) en kunnen ook door cultuurfondsen, gemeenten, provincies of particuliere fondsen worden toegekend. De criteria voor deze subsidies variëren per subsidieverlener en type subsidie.
Het Ministerie van OCW verstrekt cultuursubsidies aan instellingen die deel uitmaken van de landelijke culturele basisinfrastructuur (BIS). De BIS is een vierjarige subsidieverlening aan culturele instellingen op het gebied van podiumkunsten, musea, beeldende kunst, film, letteren, ontwerp, ontwikkeling en vernieuwing, en ondersteunende instellingen. De BIS-subsidies zijn bedoeld om de kwaliteit en toegankelijkheid van het culturele aanbod in Nederland te waarborgen.
Voor de culturele basisinfrastructuur is jaarlijks een bedrag van €375,46 miljoen beschikbaar. Dit bedrag wordt verdeeld over verschillende instellingen en projecten binnen de BIS, waaronder festivals, urban kunst, mode en musea. De aanvragen voor cultuursubsidies kunnen worden ingediend door culturele instellingen die passen binnen de BIS-categorieën.
Individuele kunstenaars en projecten kunnen hun subsidieaanvragen indienen bij de rijkscultuurfondsen. Deze fondsen zijn specifiek opgezet om de doorstroming, vernieuwing en talentontwikkeling in de culturele sector te bevorderen. De zes rijkscultuurfondsen ondersteunen makers en projecten en zorgen voor verbinding met publiek, kunstenaars en regio’s.
Een voorbeeld van een cultuursubsidie is de ondersteuning voor regionale musea die BIS-subsidie ontvangen. Deze musea moeten een projectplan indienen en verantwoorden hun subsidie jaarlijks volgens specifieke richtlijnen.