Einde Wachttijd. 

Wat is de wachttijd?

De wachttijd is een periode van 104 weken (2 jaar) die ingaat op de eerste dag van arbeidsongeschiktheid. Tijdens deze periode moet een werknemer wachten voordat hij of zij recht kan krijgen op een WIA-uitkering. Gedurende deze tijd zijn zowel de werkgever als de werknemer verplicht om stappen te ondernemen volgens de Wet Verbetering Poortwachter om re-integratie te bevorderen.

Verkorte wachttijd

In uitzonderlijke situaties kan de wachttijd worden verkort, bijvoorbeeld als duidelijk is dat de werknemer volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is. In dat geval kan een vervroegde WIA-uitkering (meestal een IVA-uitkering) worden aangevraagd.

Voorwaarden voor verkorte wachttijd

  • De wachttijd kan variëren tussen minimaal 13 weken en maximaal 78 weken.
  • De verkorte wachttijd eindigt niet eerder dan 10 weken na de dag waarop de aanvraag voor vervroeging is ingediend.
  • Het UWV beoordeelt of de werknemer voldoet aan de voorwaarden voor een verkorte wachttijd.

Tijdens de wachttijd

Gedurende de wachttijd moeten de stappen uit de Wet Verbetering Poortwachter nauwkeurig worden doorlopen. Deze wet is erop gericht om werknemers zo snel mogelijk te laten re-integreren.

Belangrijke stappen tijdens de wachttijd

  1. Plan van aanpak: Binnen acht weken na ziekmelding stellen de werkgever en werknemer samen een plan op om re-integratie te bevorderen.
  2. Voortgangsgesprekken: Regelmatige evaluaties om de voortgang te bespreken en het plan van aanpak indien nodig bij te stellen.
  3. WIA-aanvraag: In week 88 ontvangt de werknemer een WIA-aanvraagformulier van het UWV. Dit formulier moet uiterlijk in week 93 worden ingediend, samen met het re-integratieverslag.

Einde van de wachttijd

Aan het einde van de wachttijd (na 104 weken) beoordeelt het UWV of aan alle verplichtingen is voldaan en of de werknemer in aanmerking komt voor een WIA-uitkering. Dit proces bestaat uit twee belangrijke beoordelingen:

1. Poortwachterstoets

Het UWV beoordeelt het re-integratieverslag om te bepalen of de werkgever en werknemer zich voldoende hebben ingespannen voor re-integratie. Als dit niet het geval is, kan het UWV een loonsanctie opleggen aan de werkgever, waardoor de loondoorbetalingsverplichting met maximaal één jaar wordt verlengd.

2. WIA-keuring

Tijdens de WIA-keuring wordt vastgesteld of en in welke mate de werknemer arbeidsongeschikt is. Op basis hiervan volgt een van de volgende beslissingen:

  • Toekenning van een WIA-uitkering: Als de werknemer voor 35% of meer arbeidsongeschikt is.
  • Geen WIA-uitkering: Als de werknemer minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
  • Loonsanctie: Als de re-integratie-inspanningen onvoldoende zijn, wordt geen WIA-uitkering toegekend en blijft de werkgever verantwoordelijk voor de loondoorbetaling.
x  Powerful Protection for WordPress, from Shield Security
This Site Is Protected By
ShieldPRO