Op 18 april 2025 presenteerde het kabinet de Voorjaarsnota 2025. Deze jaarlijkse financiële bijstelling van de Rijksbegroting brengt niet alleen budgettaire verschuivingen, maar ook belangrijke beleidswijzigingen met zich mee. In dit artikel lichten wij de belangrijkste veranderingen toe die van invloed zijn op werkgevers, werknemers en dienstverleners op het gebied van arbeid, sociale zekerheid en loonkostenvoordelen (LKV).
Een van de meest in het oog springende beslissingen is de herinvoering van de vereenvoudigde WIA-beoordeling voor 60-plussers, ook wel de 60-plusmaatregel genoemd. Deze maatregel was eerder van kracht tussen oktober 2022 en januari 2025 en had als doel om de werkdruk bij het UWV te verlichten. Hoewel minister Van Hijum aanvankelijk besloot deze buitenwettelijke maatregel niet te verlengen, keert deze nu toch terug, met een geplande ingangsdatum in september 2025 en een looptijd van twee jaar.
Concreet betekent dit dat arbeidsongeschikte werknemers van 60 jaar en ouder onder bepaalde voorwaarden een minder uitgebreide sociaal-medische beoordeling krijgen bij de aanvraag van een WIA-uitkering.
De Voorjaarsnota bevat daarnaast diverse maatregelen gericht op het herstellen van fouten en het verbeteren van de uitvoering bij het UWV:
Deze herstelmaatregelen zijn niet alleen belangrijk voor (ex-)werknemers, maar ook voor werkgevers die financieel verantwoordelijk kunnen zijn voor WGA-uitkeringen.
Zoals eerder aangekondigd in het Hoofdlijnenakkoord, wordt vanaf 1 januari 2027 de duur van de WW verkort van 24 naar 18 maanden. Deze besparing van jaarlijks € 200 miljoen heeft gevolgen voor zowel werknemers als werkgevers. De kostenverschuiving kan op termijn leiden tot meer nadruk op re-integratie en begeleiding bij werkloosheid.
Het kabinet reserveert structureel € 197 miljoen voor opvolging van de aanbevelingen van OCTAS – de Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel. Deze commissie adviseerde over fundamentele herzieningen van het huidige stelsel van arbeidsongeschiktheid, waaronder eenvoudiger keuringen, betere ondersteuning bij werkhervatting en meer solidariteit binnen het stelsel. De uitwerking van deze maatregelen volgt later.
Een andere opvallende wijziging is de verhoging van het wettelijk minimumjeugdloon. Per 1 januari 2027 stijgt het jeugdloon voor jongeren van 16 t/m 20 jaar geleidelijk met gemiddeld 20%. Het doel is om jongeren eerlijker te belonen en inkomensgelijkheid te bevorderen. De aanpassing brengt het jeugdloon stapsgewijs dichter bij het volwassen minimumloon:
Om beschutte werkplekken beter te ondersteunen, komt er een vaste loonkostensubsidie per werknemer. Beschutte werkplekken zijn bedoeld voor mensen die vanwege een beperking niet in een reguliere werkomgeving kunnen werken.
Dit voorkomt dat werkgevers binnen de sociale werkvoorziening jaarlijks te maken krijgen met onvoorspelbare loonwaardemetingen. De maatregel wordt wettelijk vastgelegd en gefaseerd ingevoerd tot een structureel budget van € 90 miljoen in 2048.
Voor kleine werkgevers wordt het lage Aof-tarief in 2026 en 2027 extra verlaagd:
Dit zorgt voor een stabielere loonkostenontwikkeling in het mkb en ondersteunt ondernemers in het dragen van ziekteverzuimkosten.
Tegelijkertijd wordt het hoge Aof-tarief verhoogd:
De lasten worden hiermee deels verschoven naar grotere werkgevers om de verlaging voor het mkb te compenseren.
Als werkgever is het van belang om:
Vragen naar aanleiding van ons artikel? Neem gerust contact op!